Woensdag 4mei
Om ca. 18.45 uur rijden we richting Lille. Bij Kortrijk,
grens Frankrijk, vreselijke file, maar onze nieuwe Tom bewijst hier zijn
diensten. Vlak voordat we aansluiten in de file is nog een afslag en daar
stuurt Tom ons heen. Via kleine dorpjes en binnenweggetjes gaan we keurig om de
file heen en in een klein dorpje blijken we ineens in Frankrijk te zijn beland.
Deze omweg heeft ook geen gevolgen voor onze aankomsttijd in hotel Campanille
in Seclin, net voorbij Lille. Om 21.45 uur komen we daar aan en duiken we het
bed in.
Donderdag 5mei
Na een heerlijk ontbijt gaan we vroeg op weg. Na ca. 3
uur komen we aan in Fécamp/Normandië aan de kust. Leuk plaatsje. Wandelingtje,
koffie op een terrasje en broodje eten bij de haven.
Dan rijden we richting Étretat.
Bij Bénouville parkeren we de auto, wandelen we een uurtje over de krijtrotsen
en genieten we van de indrukwekkende kust. Prachtig hier en ook een heel
heldere zee.
Dan gaan we naar Étretat, waar we gillend doorheen vluchten. Wat
een kermis is het hier. Jammer, we hadden hier ook graag de kust willen zien.
Schijnt nog mooier te zijn dan waar we eerder gestopt zijn. Dan door naar
Honfleur. Over de Pont de Normandie.
Ook hier rijden we weer gillend doorheen. Net zo’n kermis als in
Étretat. Iets verderop in Pennedepie ligt ons leuke hotel Le Romantica.
Inchecken duurt even en de dame van de receptie loopt mee om de kamer te
wijzen, die in de kelder (zo lijkt ’t althans) ligt. Geweldige grote kamer met
hal, zithoek, tafeltje met stoelen en de gebruikelijke inrichting. Twee grote
ramen bieden uitzicht op de tuin. Eenmaal geïnstalleerd rijden we toch terug
naar Honfleur. Tegen de verwachting in vinden we op één van de parkeerterreinen
aan de rand van het stadje al snel een parkeerplek. Ja, het is er nog steeds
kermis, maar het is een leuk plaatsje. We banjeren door de straatjes en aan de
haven dineren we op het terras van een leuk restaurant.
Heerlijk gegeten en
vervolgens terug naar het hotel. Bedtijd inmiddels.
Vrijdag 6mei
Na een uitgebreid prima ontbijt verlaten we het hotel,
gaan we richting Arromanches en maken een stop bij de Pegasus Bridge. De inname
van de brug over de Orne bij Ranville vormt ongetwijfeld één van de bekendste
missies van de Zesde Britse Luchtlandingsdivisie. Er is een interessant museum
bij. Nadat we een bus toeristen weggejaagd hebben, is het hier helemaal niet
druk, dus kunnen we op ons gemak rondkijken.
We vervolgen onze tocht en nemen
de D514, de kustweg. Voor de kust in zee bij het D-day strand Gold Beach ligt
een Mulberryhaven. Een met pontons kunstmatig aangelegde haven. Deze diende om
de geallieerde troepen te
kunnen blijven bevoorraden en groot materieel aan land te kunnen brengen.
We
lopen over het strand om alles van wat dichterbij te kunnen zien.
Dan tijd voor een bakkie en daarna gaan we naar het Musée du Débarquement. Duurt even voordat we bij de kassa een kaartje kunnen kopen. Het museum staat als geweldig beschreven in de boekjes, maar wij vinden het een flut museum. Zonde van de tijd. Eenmaal weer buiten is het inmiddels eb aan het worden en zijn de voorste pontons helemaal droog komen te liggen op het strand. Daar kunnen we nu zo naar toe lopen.
Na Arromanches gaan we richting
Pointe du Hoc, Omaha Beach. Daar zullen we vandaag echter niet aankomen. We
maken onderweg eerst een stop bij La Batterie in Longues-sur-Mer. Onderdeel van de
Atlantikwall. Een aantal bunkers aan de kust, onderdeel van de Wehrmacht. Voor
de bescherming van het complex waren luchtdoelkanonnen
opgesteld en voor de verdediging tegen een aanval over land waren er diverse
kleinere bunkers uitgerust met machinegeweren.
Vervolgens gaan we naar de Amerikaanse begraafplaats. Wow, wat is hier aan de
hand. In de file naar de begraafplaats en een parkeerterrein zó groot, daar is
menig pretpark jaloers op. Na enig geduld kunnen we dan parkeren, vervolgens
nog een eindje lopen voordat we er zijn. Het is een echt Amerikaanse begraafplaats,
Arlington in het klein. Indrukwekkend.
Inmiddels is het al half zes en rijden
we richting Hotel/Bed & Breakfast Le Chevrie in Les Oubeaux. Tom kent ’t
adres niet, maar na wat straatjes in de buurt ingetikt te hebben, geeft ie toch
aan hoe we moeten rijden. Nou ja straatjes, zeg maar fietspad en zelfs voor een
fietspad nog smal. Goed dat er geen tegenliggers zijn. Uiteindelijk rijden we
wel zonder omwegen naar het hotelletje toe. Dit bestaat uit een hoofdgebouw en
2 kleine huisjes.Onze kamer ligt in één van de huisjes.
We gaan lekker
douchen, pakken de auto en rijden naar Isigny-sur-Mer, een plaatsje dichtbij,
waar wat restaurantjes zijn. Na een heerlijk diner bij een Italiaans restaurant
is het weer tijd om te gaan slapen.
Zaterdag 7 mei
Om ca. 08.30 genieten we van een overheerlijk ontbijt aan
een lange tafel, waar alle gasten kunnen plaatsnemen. Wij zijn de eersten, de
andere gasten zijn nog niet wakker. Ontbijt voor 2 en lekker rustig dus. De
eigenaar komt een praatje maken. Hij vertelt ons dat de weg naar de
parkeerplaats van Pointe du Hoc gisteren aan het eind van de dag afgesloten
was, i.v.m. de drukte. Gelukkig, dat we daar dus niet meer aan toe kwamen. Het
blijkt, dat dit jaar voor het eerst alle Fransen en Franse scholen de dag na
Hemelvaart vrij zijn en dat het daarom zo enorm druk is in de omgeving. De
eigenaar geeft ons wat leuke tips. We starten de dag in Sainte-Mère-Église. Aan
de kerk in het dorpje hangt nog een parachutist.
Het kerkje is één van de
weinige gebouwen, dat de slag overleefd heeft. We gaan naar het Airborne
Museum. Dit is wel erg interessant.
Hierna gaan we naar het Normandy Tank
Museum. Dit staat wat minder goed aangegeven en hier is het dan ook een stuk
rustiger. Het is niet zo groot, maar leuk om te zien.
Dan gaan we naar het
Parachutisten Museum /Dead Man's Corner Museum in Saint-Côme-du-Mont, aangeraden door de eigenaar van ons hotelletje. Een klein museum, waarvan een deel pas sinds juni 2015 open is. Staat nauwelijks aangegeven, dus ook weer lekker rustig. We zijn met een man of 10.
Geweldig is onze ervaring in de Dakota. We maken een simulatie vlucht. Het vliegtuig wordt beschoten, flink geraakt, vat vlam, gaat roken en uiteindelijk storten we neer. Gaaf !
Vervolgens naar naar
Utah Beach. Lekker lunchen vlakbij het strand. We zitten aan een grote tafel en
3 Engelse heren vragen of ze erbij mogen zitten. Ja, natuurlijk mag dat.
Toevallig zijn we een uurtje geleden toch ook met zijn allen neergestort met de
Dakota. Grappig toeval!
We lopen naar
het strand en gaan het Musée de Débarquement Utah Beach in. Ook weer interessant, maar wel 't laatste museum van dit soort, dat we bezoeken. De musea vertellen globaal toch wel een beetje hetzelfde verhaal natuurlijk.
Het loopt tegen het einde van de middag en we besluiten terug te rijden naar Omaha Beach, naar Pointe du Hoc. Dit ligt op een klip tussen Omaha Beach en Utah Beach in, bij Saint-Pierre-du-Mont. Pointe du Hoc was een
doelwit van de geallieerden, om de landingsstranden vrij te krijgen van het
dreigende geschut. De dagen voordat de landing op Pointe du Hoc plaatsvond,
werd het zwaar gebombardeerd. Het terrein is na 60 jaar nog steeds als een
maanlandschap bezaaid met diepe kraters. Tussen deze kraters liggen nog kapotte
delen van de Duitse bunkers. Enkele van deze bunkers staan nog geheel of
gedeeltelijk overeind. Toch wel druk hier. Eerst dus maar weer een bus
Amerikanen wegjagen en dan kunnen we op ons gemak rondkijken.
Zo langzamerhand
is het alweer etenstijd. We rijden naar Grandcamp-Maisy en eten aan de
boulevard een hapje. Later blijkt dat we beter de andere kant op hadden kunnen
lopen. Daar waren wat leukere restaurantjes. Maar ja. toch lekker gegeten. Nog
even een “romantische” (ha, ha) wandeling over de boulevard
en terug naar de auto.
Eenmaal weer in het hotel wil Hans nog even op internet kijken, maar we hebben
hier in het hotelletje in de middle of nowhere niet eens telefoonbereik, laat
staan internet. Geweldige plek ! Welterusten dus.
Zondag 8 mei
Bij het ontbijt kletsen we weer gezellig met de eigenaar
en vertellen onze ervaringen. Vandaag gaan we alvast een eindje terugrijden. De
eigenaar raadt ons wel aan om toch ook eerst nog een stop bij het Duitse
kerkhof, dat vlakbij ligt, te maken. Dat doen we en we hebben er geen spijt
van. Ook zeer indrukwekkend.
Dan rijden we via binnenweggetjes en komen bij La
Roche d’Oëtre waar we lunchen en een wandeling maken.
We rijden verder, naar
Camembert. Hier is een leuk Camembert Museum. Klein, maar grappig en rustig. We
krijgen ook wat stokbrood met Camembert en een glas appelcider. Smullen maar.
Uiteraard kopen we wat Camembert en nemen ook wat flessen appelcider mee.
Vervolgens
rijden we naar L’Aigle en checken we in bij hotel Du Dauphin. Weer een giga
grote kamer en een heerlijk bed. Het hotel ligt in het centrum.
We gaan eens
kijken wat voor stadje het is. Dat is dus niet veel. Er is een grote kermis en
een mooi park, maar dat is het wel zo’n beetje. We hadden wel verwacht wat
restaurantjes tegen te komen nu we in het centrum van een stadje zitten, maar
tot onze verbazing vinden we er slechts eentje en die is dicht op zondag.
Gelukkig heeft ons hotel een Brasserie en daar genieten we weer van een
heerlijk maal.
Maandag 9 mei
Na alweer een lekker ontbijt gaan we richting huis en om
ca. 4 uur in de middag worden we thuis door Tippy (onze poes) luid miauwend
verwelkomd.