21 juli
Laat
ontbijt vandaag. Het belooft een warme dag te worden. Bijna geen wind en ook
geen wolken. We gaan een korte tocht met de auto maken. Eerste stop is
Kolimbari.
Daar
gaan we naar het klooster, Moni Gonia. Niet zo groot, wel de moeite waard.
Op
het binnenplein: trossen druiven
Mooie
uitzichtpunten bij het klooster en ook onderweg.
Bij
de haven maken we een stop om te kijken of we een boot kunnen nemen naar het
eilandje Gramvousa. Gaan we niet doen. Er is 4x per dag een massa-afvaart. Er
staan ook heeeeel veeeeel bussen. Mochten we nog getwijfeld hebben dan schrikt dat zeker af.
Jolande
ziet hier bij de haven nog wel een leuk kerkje.
Dan
rijden we door naar Falasarna, waar de verspreide ruïnes van een hellinistische stad een bezoek waard zijn
volgens ’t boekje. Het is slecht te vinden. Het laatste stuk is een soort
karrepad met veel keien, hobbels en gaten. Blijkt toch wel de goede weg te
zijn. Tja, Hans hoopt dat dit de laatste bij elkaar geraapte oude stenen zijn,
die we deze vakantie zien. Kom kom wat fantasie en meestal kan je je er wel wat
bij voorstellen. Maar.. ik ben het met hem eens, dit stelt niet veel voor.
Één
van de paden gaat de bergen in en de jongens beginnen enthousiast aan de klim
naar boven. Dat gaat vrij snel. Wel heel stijl hoor.
Het
blijkt dat de achterzijde van de berg die zij beklimmen loodrecht in zee loopt.
Ik ben wel een heel eind mee geklommen, maar ben toch op 2/3 weer naar beneden
gegaan. Achteraf vind ik dat wel jammer.
Hans vindt nog een stuk kaak met tanden. Misschien van een geit??
Dan gaan we weer richting hotel,
waar we om kwart voor 2 terug zijn. Op tijd om nog aan te schuiven voor de lunch. Daarna gaan we nog zwemmen, tafeltennissen en voetballen.
Inmiddels is het bijna 7 uur en wonder boven wonder hebben we internet verbinding op de kamer. Niet zo snel, maar 't werkt wel.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten